De Werkschuit gaat voor sterke lezers 

Openbare basisschool De Werkschuit in de Aa-landen zet fors in op leesonderwijs. Het doel: van iedere leerling een sterke lezer maken. Wendy en Ilonka, leerkrachten van groep 1 en 2, volgden vorig schooljaar de cursus leescoördinator en werkten hun visie en aanpak uit in een kwaliteitskaart lezen in de kleuterbouw. Daarmee zorgt de school voor een uniforme leesaanpak.  

Het is de ambitie van de school om zo goed mogelijk leesonderwijs te geven. ‘Het is daarvoor - in onze ogen - van groot belang om veel onderwijstijd te besteden aan (voor)lezen’, zegt Ilonka. Dat komt ook al tijdens het kennismakingsgesprek met ouders ter sprake. Sinds kort krijgen ouders de vraag of zij hun kinderen voorlezen en of de kinderen lid zijn van de bibliotheek. Als ouders niet voorlezen, stimuleren we dat. Of we stellen voor de VoorleesExpress in te schakelen’, legt Wendy uit. ‘En wanneer kinderen geen lid zijn van de bibliotheek dan kunnen wij dat vanuit school regelen’, vult haar collega Ilonka aan.  

“Duizenden woorden meer” 

De vraag aan ouders komt voort uit de nieuwe aanpak voor leesonderwijs in de kleuterbouw. De Werkschuit kent ruim dertig nationaliteiten. Niet alle ouders beheersen de Nederlandse taal even goed. Daardoor is voorlezen door de ouders of zelf lezen niet altijd vanzelfsprekend. Om het leesonderwijs een impuls te geven, volgden Wendy en Ilonka in 2022 bij Stadkamer de cursus tot leescoördinator. ‘Dagelijks voorlezen is echt enorm belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen’, zegt Ilonka. ‘Kinderen die van jongs af aan worden voorgelezen, kennen al gauw duizenden woorden meer wanneer ze als kleuter op school komen.’  
Tijdens de cursus is het gebruikelijk dat deelnemers een jaarleesplan ontwikkelen. Omdat De Werkschuit deze al had, hebben Ilonka en Wendy een kwaliteitskaart ‘lezen in de kleuterbouw’ gemaakt. Een bondig en overzichtelijk document van drie A4-tjes met daarin de visie, doelen, aanpak, basiswerkvormen en mogelijkheden tot ouderbetrokkenheid. Ook voor de midden- en bovenbouw wordt een kwaliteitskaart ontwikkeld.  

Werken vanuit dezelfde visie en aanpak 

De Werkschuit heeft vijf kleuterklassen met in totaal zeven leerkrachten. ‘Met de kwaliteitskaart zorgen we ervoor dat iedereen werkt vanuit dezelfde visie, op min of meer dezelfde manier voorleest en bieden we tips voor werkvormen’, legt Ilonka uit. ‘De kaart is bovendien handig voor nieuwe medewerkers.’ Hoewel er volop ruimte is voor eigen inbreng, zijn er een aantal afspraken waar iedere leerkracht zich aan moet houden. ‘Zo lezen we iedere dag minstens twintig minuten voor’, zegt Wendy. ‘En dat doen we níet tijdens een eetmoment. Dat mag wel, maar dan als extraatje. Voordat we een boek gaan lezen, hebben we het over de voor- en achterkant en de titel. Waar denken de kinderen dat het over gaat? Tijdens het voorlezen, stellen we ook vragen. Hoe zou het verhaal verder kunnen gaan? 

Bredere en rijkere thema’s  

Naast een uitbreiding van het boekenaanbod in de schoolbieb, heeft de cursus nog iets in gang gezet. ‘Bij het vaststellen van de thema’s kijken we nu nog beter naar de boeken die daarbij aansluiten’, licht Wendy toe. ‘Daarbij krijgen we hulp van Stadkamer. Na de meivakantie stond bijvoorbeeld het thema piraten op de planning. Na onze cursus zijn we kritisch gaan kijken: wat draagt dat thema bij aan de woordenschat van de kinderen? Weinig, concludeerden we. Toen hebben we het breder getrokken naar het thema oceanen. Daar past een scala aan boeken bij. Oók over piraten. En ik kan me voorstellen dat we aan het eind van het jaar niet meer werken met het thema Sinterklaas, maar met een overkoepelend thema. Onze thema’s zijn breder en rijker geworden.’ 

De thema’s zijn voor iedere klas hetzelfde. Maar iedere klas kan met een eigen subthema aan de slag. Ilonka: ‘Op dit moment werken we met het thema Holland. Wendy heeft het over Hollandse meesters, ik over het Hollandse weer: hoe ontstaat een wolk? Waar komt regenwater vandaan? Waarom hebben planten water nodig? Daar zoeken we dan weer allemaal boeken bij.’ 

Hoe weet je of de ambitie om zo goed mogelijk leesonderwijs te geven geslaagd is? Wendy: ‘Die vraag is lastig te beantwoorden. Het is onze wens dat zowel leerlingen als collega's elkaar inspireren en motiveren om te lezen. Als we dit weten te bereiken, is dat fantastisch.’ 

Voorleesaanpak De Werkschuit 

  • Lees dagelijks minimaal 20 minuten voor. 
  • Bied een prentenboek minimaal 3x aan. 
  • Bespreek vooraf de voor- en achterkant en titel. 
  • Zet de basiswerkvormen in: vertellen, voorlezen, voordragen, presenteren en praten over verhalen. 
  • Richt een stimulerende lees-/verwerkingsomgeving in, zoals een verteltafel of promotietafel. 
  • Richt samen met de kinderen een hoek in, passend bij het thema. 

De Werkschuit gaf bij ons aan meer te willen inzetten op voorlezen in de onderbouw. Ik heb suggesties gegeven voor boeken die daarbij kunnen helpen, zoals Rijke taal. Ook denk ik mee over rijkere thema’s. Die zijn belangrijk omdat je een rijk thema vanuit meerdere perspectieven kunt bekijken. Een voorbeeld van een rijk thema is bijvoorbeeld ‘tradities’ in plaats van ‘Sinterklaas’. Een rijk thema levert meer kennis op, een breder wereldbeeld en een uitgebreidere woordenschat.  
Het was ook mooi om te zien dat Wendy en Ilonka bij het maken van de kwaliteitskaart gebruik hebben gemaakt van een combinatie van theorie, de gesprekken met mij en met hun eigen leescoördinator, en de inspiratielessen die ik in de klas heb gegeven. Ook de voortzetting van de leesaanpak in de midden- en bovenbouw in zowel werkwijze als onderwerpen is heel sterk. Dat is precies wat we van effectief leesonderwijs verwachten. 

Ester Rekers, adviseur media- en taaleducatie Stadkamer 

Kijk ook eens naar