Cultuuronderwijs op De Proeftuin: terug naar de basis  

Basisschool De Proeftuin in Holtenbroek opende in augustus 2021 haar deuren. Er ging een jarenlange voorbereiding aan vooraf, met als voornaamste vraag: hoe kunnen we het onderwijs op een andere, meer oorspronkelijke manier vormgeven? Sonja Lassche was betrokken bij de oprichting én had de taak om het cultuuronderwijs vorm te geven. Hoe doe je dat op een nieuwe school?  

Met hoeveel leerlingen zijn jullie begonnen?  

‘We zijn in augustus 2021 gestart met twaalf kleuters, aan het eind van het schooljaar hadden we er negenentwintig. Dit jaar konden we beginnen met twee kleutergroepen en een groep 3. Ik ben nu de juf van die groep.’  

 Wat was de reden om een nieuwe school te starten?  

‘Marja van Delden is de initiatiefnemer van De Proeftuin. Samen met haar vroegen we ons af: kan het nog anders in het onderwijs? Ieder mens bestaat uit een hoofd, hart en handen, maar het onderwijs richt zich met name op het voeden van het hoofd. Tegelijkertijd zien we dat steeds meer jongeren op latere leeftijd uitvallen omdat ze keuzes maken lastig vinden, niet kunnen omgaan met druk of de verantwoordelijkheid van een baan niet aankunnen. Wij denken dat er een verband bestaat tussen de invulling van het onderwijs en deze problemen. Wij willen daarom met ons onderwijs meer balans creëren tussen hoofd, hart en handen. En daarvoor moet je naar een vorm die teruggaat naar de basis.’  

Wat doen jullie anders dan een reguliere school? 

‘We hebben ons door veel stromingen laten inspireren. En overal haalden we het ‘goud’ uit. Veel zie je terug van de Vrije Schoolpedagogiek. Bijvoorbeeld in de warme kleuren op de vloer en de muur, en in het gebruik van natuurlijke materialen in de klas, zoals wollen kleden, schapenvachtjes en houten bankjes. We werken in de kleutergroepen niet met thema’s, maar volgen het ritme van de seizoenen. Daarin valt al zoveel te ontdekken. Bovendien sluit het aan bij onze christelijke identiteit. De natuur is zo mooi gemaakt, daar zit zoveel kracht in. Ook onze dagen hebben een bepaald ritme. De kracht van herhaling is groot bij jonge kinderen. We spelen daarom drie weken lang elke ochtend hetzelfde ochtendspel met versjes en beweging. In die periode raken de leerlingen op een diepe laag vertrouwd met de tekst en de bewegingen. En ze vinden het elke ochtend weer fantastisch.’  

Jij bent naast leerkracht ook cultuurcoördinator. Hoe geeft je vorm aan cultuuronderwijs op een nieuwe school?  

‘Op andere scholen moest ik veel organiseren voor het cultuuronderwijs, want ruimte voor creativiteit was er vaak niet. Die tijd moest ik echt bij elkaar sprokkelen en dan moest ik nog plannen maken. Toen ik een plan wilde opstellen voor De Proeftuin, realiseerde ik me dat we vanuit onze visie en de elementen die we uit de Vrije School hebben overgenomen al heel veel aan kunst en cultuur doen. Maandag is bij ons tekendag, dinsdag schilderdag, woensdag handwerkdag, donderdag bakdag en vrijdag kleidag. Cultuuronderwijs is voor ons geen extra taak, het maakt echt deel uit van onze basis.’  

Hoe werkt jullie visie door bij de creatieve vakken?  

‘Ook daarbij gaan we terug naar de basis. Voor het breien hebben de kinderen in groep 3 gezien hoe een schaap wordt geschoren, ze hebben zelf de wol gewassen, gekleurd en gesponnen tot ze ermee konden breien. De breipennen hebben ze zelf gemaakt van hout en bewerkt met schapenvet zodat ze glad werden. Sommige dingen die we doen, zoals borduren of fluit leren spelen, zijn best moeilijk en kosten tijd om te leren. We vinden het belangrijk dat kinderen leren om met aandacht ergens aan te werken en dat ze ervaren dat mooie dingen maken tijd kost. Iets doen wat moeilijk is, kan weerstand oproepen, maar ook dat is waardevol; het maakt kinderen flexibeler en steviger. En dat willen we graag: kinderen die lekker stevig de wereld ingaan.’  

Welke uitdagingen kwam je tegen?  

‘De kennis en vaardigheden van onze teamleden schoten op sommige gebieden tekort. Veel technieken kenden we zelf niet, of niet goed genoeg. Als team hebben we geïnvesteerd in het vergaren van kennis. Zo hebben we acht sessies gehad van een professional die ons van alles heeft geleerd over kunsteducatie geïnspireerd op de Vrije Schoolpedagogiek. Ook onze nascholing bestaat voor de helft uit lessen om kunsteducatie naar een hoger niveau te tillen. We werken dan zelf met alle technieken. Dit jaar hebben we ons vooral gericht op schilder- en tekentechnieken. Bij het schilderen werken we bijvoorbeeld met de nat-in-nattechniek: schilderen met waterverf op nat papier, waardoor natuurlijke patronen ontstaan. We schilderen bewust geen concrete afbeeldingen, maar richten ons op de beleving van kleuren en op verschillende technieken, zoals het maken van kleine streepjes of lange halen.’   

Waarom is die beleving belangrijk?  

‘Het draait er hier niet om of een werkje mooi is of niet, of dat het wel of niet lijkt. Soms lees ik een verhaal voor terwijl de kinderen schilderen. Daarna bekijken we het werk en praten we erover. Zien we het verhaal terug in het schilderij? Waar werd het spannend? Zie je ergens voetstapjes? Zo kijk je op een andere manier naar het werk. Vanuit gevoel in plaats vanuit beoordeling. Ik denk dat je hierdoor minder snel faalangst in de hand werkt bij kinderen.’  

Welke plannen hebben jullie nog op het gebied van cultuuronderwijs? 

‘We willen het muziekonderwijs verder ontwikkelen en zijn bezig met het uitbreiden van ons natuureducatieprogramma. We willen graag elke maand een dag naar buiten, bijvoorbeeld om met een boswachter op pad te gaan. We zijn nu ook al veel buiten en maken dan bijvoorbeeld natuurschilderijen en druppelorkesten met pannetjes. Vooral bij jonge kinderen is cultuuronderwijs nog zo heerlijk met alles verweven. Voor mij persoonlijk is het de uitdaging om het cultuuronderwijs voor de groepen 4 en 5 verder uit te werken en goed op papier te zetten.’ 

Kijk ook eens naar