Terug naar overzicht
Basisprincipe 2

Tijd voor (voor)lezen


Voldoende tijd voor voorlezen en vrij lezen

Door dagelijks tijd in te roosteren voor lezen, wordt het lezen een gewoonte en ontstaat er leesroutine. Kinderen raken hierdoor eerder intrinsiek gemotiveerd om te lezen. In de vrije tijd wordt er steeds minder gelezen, dus juist in het onderwijs is het zo belangrijk om te lezen.

In alle groepen van het onderwijs is 20 minuten per dag voorlezen een minimum.

Scholen die erin slagen onderwijs in vrij lezen vorm te geven waarbij leerlingen dagelijks minimaal 20 minuten echt lezen, zullen dat merken in hun leesscores. Voorwaarden voor echt lezen zijn dat leerlingen voldoende boeken bij hun tafel hebben om door te kunnen lezen en dat er tijdens de leesmomenten niet gelopen wordt. Vrij lezen wordt gezien als onderwijs en niet als iets voor erbij. Het slaagt alleen wanneer een leesroutine wordt opgebouwd en dat heeft tijd nodig.

In peuterspeelzalen en op kinderdagverblijven bestaat het vrij lezen uit interactief voorlezen. De pedagogisch medewerker en kinderen maken samen het verhaal. Hoe vaker een boek wordt voorgelezen, hoe meer de boekentaal gebruikt kan worden en hoe meer het echte verhaal tevoorschijn komt.